Daar de fractie van Lokaal Dinkelland onvoldoende antwoord heeft gekregen in de commissievergadering van 11 april j.l. stellen we dezelfde vragen nogmaals aan de wethouder volgens artikel 39 van het Reglement van orde.
Lokaal Dinkelland heeft zich met zorg gebogen over het vraagstuk vrij toegankelijke voorzieningen. Om ons een compleet beeld te kunnen vormen hebben we teruggekeken naar de beginfase van dit traject: In het raadsbericht van 25 juni 2015 werden de eerste stappen in het proces nader toegelicht middels een raadsbericht.
De hoofdvraag bij het invullen van de heroriëntatie op de vrij toegankelijke voorzieningen was: “Hoe krijgt de nieuwe rolverdeling tussen overheid, professionele organisaties en inwoners vorm als het gaat om de vrij toegankelijke voorzieningen?
Deze hoofdvraag moest beantwoord worden met de volgende subvragen:
- Hoe wil de gemeente sturen in het sociaal domein?
- Hoe gaan we invulling geven aan de vraagsturing vanuit de inwoners?
- Hoe gaan we de vraag vanuit de inwoners verbinden aan het aanbod (binnen de gemeentelijke kaders)?
- Welke resultaten horen primair tot de professionele organisaties en welke niet?
- Kan de wethouder kort en bondig antwoord geven op deze vragen?
Doel is om de leefbaarheid in de dorpen te versterken. In het document ‘Heroriëntatie Vrij Toegankelijke Voorzieningen” staat dat
“Bij de uitvoering van de Jeugdwet, WMO en de participatiewet staat maatwerk, eigen kracht, zelfredzaamheid en deelname in de eigen omgeving centraal. Het bekende Noaberschap en de zogenaamde Eigen Kracht spelen een belangrijke rol…. Dit vraagt om een nieuw lokaal samenspel….. Wat doen de inwoners zelf, wat wordt gedaan door professionele vrij toegankelijke organisaties en vooral: wie bepaalt wat er gebeurt?”.
Lokaal Dinkelland staat achter deze woorden. U heeft ons veel informatie versterkt over dit onderwerp. Deze informatie heeft toch de nodige vragen en bedenkingen opgeroepen bij Lokaal Dinkelland ten aanzien van de daadwerkelijke realisatie van de hiervoor genoemde woorden! Vraaggericht werken is een ander woord voor ‘welzijn nieuwe stijl’. Zowel gemeenten als burger moeten op een gekantelde manier invulling geven op het nieuwe beleid binnen de WMO. Het is de kunst aan de overheid om belemmeringen die de burger ervaart bij het ‘meedoen in de samenleving’ in beeld te krijgen. Onze vraag is dan ook:
- Welke belemmeringen ervaart de burger op dit vlak op dit moment?
In het document ‘heroriëntatie vrij toegankelijke voorzieningen’ wordt de vraag gesteld: “in hoeverre durven wij als gemeente los te laten?” Lokaal Dinkelland krijgt in dit document niet het gevoel dat de gemeente los durft te laten. In de notitie ‘Sturen op resultaat’ wordt gestart met de woorden: “Alvorens het spel gespeeld kan worden, moeten eerst de spelregels helder zijn. Hierin is onder andere besloten om voor de toekomst te sturen op resultaten in plaats van op activiteitsniveau. De gemeente bepaalt ‘wat’, de samenleving ‘hoe’. Volgens Lokaal Dinkelland moeten de inwoners zowel vrijheid krijgen in wat en hoe. We willen toch van overheidsparticipatie naar burgerparticipatie?
- Op welke wijze wordt de burger in Dinkelland deze vrijheden geboden?
In ‘Mijn Dinkelland 2030’, ‘Right to Challange’ , ‘Stimuleringsfonds sociaal domein’ staan goede bedoelingen, echter vanwege het wollige taalgebruik blijft Lokaal Dinkelland bij haar verwachting dat de inwoners weliswaar zijn gehoord, maar niet voldoende in de gelegenheid worden gebracht om echt dingen zelf te kunnen ondernemen om de kernen leefbaarder te maken. Nog steeds drukt de bureaucratie hier een rem op doordat de gemeente wil sturen op resultaat middels de indicatoren vermeld in het maatschappelijk raamwerk;
- Hoe denkt de wethouder hiermee de burgerparticipatie te stimuleren en welke rol gaat de gemeente innemen? Is dit een faciliterende rol, of een regie voerende rol? Of gaan we beheren? Wat behoort dan tot de kerntaken van de gemeente?
- Hoe gaat Dinkelland de bureaucratie loslaten? Hoe gaat zij de ‘vrij toegankelijke voorzieningen’ daadwerkelijk toegankelijker maken?
Verder is het document “transformatie vrij toegankelijke voorzieningen’ enerzijds niet compleet: op verschillende vlakken ontbreken essentiële indicatoren. Anderzijds kunnen er vraagtekens gezet worden bij de doelmatigheid van de indicatoren, ze komen vrij betuttelend over. Lokaal Dinkelland vraagt zich af of bepaalde indicatoren niet teveel van het goede zijn. Bijvoorbeeld:
- % inwoners dat een geluksgevoel ervaart,
- % inwoners dat zich gezond voelt,
- Wanneer en hoe denkt de wethouder dit representatief te kunnen meten?
Lokaal Dinkelland vraagt zich verder ook af of de verschillende acties die in de tijdlijn staan opgenomen niet langs elkaar heen lopen in plaats van elkaar ondersteunen.
- Onze vraag is dan ook hoe de wethouder aankijkt tegen de ondersteuning die de gemeente Dinkelland gaat leveren in de volgorde van toezichthouden op het volgen van de verschillende wetten, het kaderen van de financiële mogelijkheden, het checken van onderlinge kruisverbanden tussen verschillende initiatieven om dubbel werk te voorkomen. Wanneer zou dit gerealiseerd kunnen worden?!
Tot slot is de heroriëntatie van het maatschappelijk middenveld een gevolg van de bezuinigingen rondom de WMO.Kan de wethouder ons een indicatie geven, naast het voordeel van de samenwerking, korte lijntjes en gezamenlijkheid vinden in het behalen van diverse doelstellingen, wat de financiële voordelen zijn van deze samenwerking.